-
Zetel Antwerpen
Th. Van Rijswijckplaats 7
2000 Antwerpen
T 03 203 44 00
F 03 232 79 37 -
Zetel Geel
Kleinhoefstraat 6
2440 Geel
T 014 63 95 70
Informatiesessie
29 juni 2020
De laatste maanden is er een daling van de materiaal- (I-waarde) en van de loonindex (S-waarde) waardoor een aanzienlijk probleem van negatieve prijsherziening in het kader van overheidsopdrachten wordt veroorzaakt.
De S-waarde is problematisch in volgende situaties:
Daarnaast stelt de materialenindex uw bedrijf voor gigantische problemen waardoor de aannemers die de herzieningsformule toepassen op de betrokken opdracht vaak merken dat de werkelijke evolutie van de kosten van de materialen niet gevolgd wordt en bijgevolg tot zware verliezen leidt voor uw bedrijf. De Confederatie Bouw heeft stappen ondernomen om een oplossing te vinden.
Het bevoegd kabinet van Minister Muylle en de FOD Economie zijn er zich volop van bewust en onderzoeken de problematiek teneinde een oplossing hiervoor te vinden. De uitwerking van nieuwe materiaalindexen (hervormd of gecorrigeerd) is gaande.
Voor haar leden heeft de Confederatie Bouw reeds een eerste modelbrief opgemaakt die de aannemer kon richten aan de aanbestedende overheid.
Rekening houdend met de antwoorden van sommige aanbestedende overheden is er nu een bijkomende modelbrief van antwoord, vergezeld van een toelichtende nota. Voor aannemers die nog geen brief hebben verzonden, staat ook een allesomvattende modelbrief ter beschikking.
Indien u als aannemer geen positieve reactie krijgt op uw brief aan de aanbestedende overheid, dan kan u op het ogenblik dat u uw vorderingsstaat en/of factuur overmaakt, een clausule voorzien om uw rechten te vrijwaren.
In theorie kan u als aannemer tegen een gebrekkige prijsherzieningsformule reageren door schriftelijk het probleem te melden en te verzoeken om een herziening van de formule. In functie van de rechtsgrond waarop men zich baseert (precisering is nog niet nodig in huidig stadium) is het aangewezen dit zo vlug mogelijk te melden en in ieder geval binnen de 30 kalenderdagen zodra de aannemer de vaststelling heeft gedaan (over het algemeen naar aanleiding van de opmaak van de vorderingsstaat). De aannemer zal precies moeten kunnen aantonen waarom de formule niet voldoet voor de werken in kwestie.